Diagnostiek bij verdenking ontregeling
Verricht lichamelijk onderzoek, inclusief Glasgow Coma Score en cardiorespiratoire beoordeling. Let op tekenen van uitdroging, koorts, infectie of andere mogelijke uitlokkende factoren.
- Bloedonderzoek
- bloedgas, lactaat
- ammoniak (let op, ongestuwd afnemen en direct op ijswater naar het laboratorium)
- Hb, leucocyten, trombocyten, CRP
- glucose, kreatinine, ureum
- natrium, kalium, chloor, calcium, albumine, pH, bicarbonaat, fosfaat, magnesium
- ASAT, ALAT, LDH, gamma-GT, bilirubine, alkalisch fosfatase
- APTT, PT
- methylmalonzuur (staat vaak in rijtje bij vitamine B12)
- amylase/lipase (bij verdenking pancreatitis)
- ketonen en organische zuren in de urine
- via een metaboollaboratorium een heparine buis voor cito bepaling van methylmalonzuur, acylcarnitineprofiel en aminozuurspectrum in plasma. Contactgegevens van de laboratoria vindt u op de pagina diagnostiek (tabel)
- Evt. bloed- en urinekweken
Behandeling van een ontregeling
- Overweeg IC opname als de patiënt ernstig ziek is, en /of ernstige bloedafwijkingen zoals acidose, hoog lactaat, hoog ammoniak en /of electrolytstoornissen toont.
- Stop eiwitintake.
- Start een infuus glucose 10%, 2L per 24 uur. En 500 ml 20% intralipid per 24 uur.
- Geef indien orale intake mogelijk tevens orale koolhydraat intake (bijvoorbeeld 1 flesje Nutrical iedere 4 uur).
- Corrigeer volume depletie met 0.9% NaCl per infuus. Het is belangrijk de vochtbalans goed te bewaken in deze patiënten, m.n. de groep met nierfunctiestoornissen. Er is vaak sprake van forse geforceerde diurese bij MMA en nog meer bij ontregeling. Diurese kan oplopen tot 6 liter per dag.
- Geef oraal carnitine (3x daags 2 gram). Als de patiënt carnitine niet oraal verdraagt, geef dan carnitine IV in dezelfde dosering.
- Geef hydroxycobalamine 1 mg IM 1 maal daags.
- Geef natriumbicarbonaat op geleide lab (liefst oraal, indien niet mogelijk voorzichtig IV). Streef naar een normaal bicarbonaat. Dit kan gemeten worden in veneus gas. Corrigeer niet te agressief, omdat dit hersenoedeem kan geven. Bereken ook de anion gap om de mate van ontregeling te vervolgen.
- Bij hyperammoniemie >80: start natriumbenzoaat IV 250 mg/kg/dag. Begin met een bolus van 10 gram in 30 min, daarna 10 gram per dag (hoog ammoniak ontstaat bij MMA patiënten secundair aan een high anion gap metabole acidose).
- Start eventueel Metronidazol 400 mg 3dd IV of oraal ter verlaging van de opname van propionzuur vanuit de darmen.
- Indien ammoniak niet goed daalt: geef zo spoedig mogelijk Carbaglu (NAGS enhancer): 4x daags 4 gram, dat is 20 tabletten per keer. Dit kan alleen oraal/over een sonde worden gegeven.
- Indien er sprake is van ernstige hyperammoniemie of oligurie, start hemodialyse. Ga daarbij door met natriumbenzoaat.
- Behandel uitlokkende factoren zoals onderliggende infecties en start laagdrempelig met behandeling hiervan (bijv. antibiotica).
- Wees alert op het ontstaan van complicaties (hypokaliemie, refeeding syndroom, volume depletie, pancreatitis, cardiomyopathie (z.n. echocardiografie, ECG), stroke-like episodes (m.n. basale ganglia met symptomen als ataxie en uitval), voedingstekorten (NB thiamine suppletie), epilepsie, nierfalen (tubulointerstitiële nefropathie)
- Beoordeel de patiënt regelmatig opnieuw, inclusief GCS en lab:
- bloedgas
- ureum, albumine, electrolyten (bereken anion gap), glucose
- ammoniak, lactaat
- amylase/lipase
- urine: ketonen
- Bij hyperglycemie (glucose >10 mmol/L): start insuline infuus volgens locaal protocol.
- Neem zo spoedig mogelijk contact op met de behandelaar van patiënt, of bel met de metabole internist van het dichtstbijzijnde academische centrum voor advies. Het centrum voor erfelijke hyperammoniemie van het Erasmus MC is een door NFU en ministerie van VWS erkend expertise centrum.
Contra-indicaties (medicatie)
Methylmalonzuur is strict genomen een mitochondriele ziekte
De volgende medicatie moet niet worden gegeven aan patiënt :
naam |
reden/gevolg |
Natriumvalproaat |
Kan epilepsie verergeren door inductie carnitine deficiëntie, remmen beta-oxidatie en inhibitie OXPHOS |
Barbituraten |
Inhibitoren van OXPHOS |
Gentamicine /Aminoglycosides |
Kan sensoneurinale doofheid veroorzaken |
Ciprofloxacine |
mtDNA inhibitor |
Chlooramphenicol |
Inhibitor mitochondriële translatie |
Tetracycline |
Inhibitor mitochondriële translatie |
Zidovudine |
Veroorzaakt mitochondriele depletie |
Metformine |
Verhoogd melkzuur |
Propofol |
Remt vetzuuroxidatie |
Depolariserende spierverslappers |
Met onderstaande medicatie is voorzichtigheid geboden:
Depakine, thiopental/ L-asparaginase/ peg-asparginase/ Topiramate, carbamazapine, fenobarbital, fenytoïne, primidon, furosemide, hydrochloorthiazide en salicylaten; camprosaat/ Methotrexate/ Zidovudine
Indien er een harde indicatie is voor onderstaande lijst dan goed kliniek en evt. lactaat vervolgen.
Websites:
Achtergrond en symptomen
Methylmalonacidemie is een groep erfelijke stofwisselingsziekten die hoort tot de groep organische acidurieën. Methylmalonacidemie wordt veroorzaakt door een deficiëntie van het enzym methylmolonyl CoA mutase (MCM). Dit enzym is belangrijk bij de afbraak van de aminozuren isoleucine, valine, threonine en methionine. Daarnaast speelt het een rol bij de afbraak van oneven-keten vetzuren en cholesterol en propionzuur geproduceerd door darmbacteriën.
Hydroxycobalamine (een vitamine B12 derivaat) is co-factor voor het enzym. Deficiëntie van methymlonyl CoA mutase kan worden veroorzaakt door mutaties in het onderliggende gen (MUT) of aandoeningen die de adenosylcobalamine synthese beïnvloeden. Deze laatste groep kan, naast methylmalonacidemie ook resulteren in hyperhomocysteinemie.
Behandeling is gericht om het verminderen van de hoeveelheid substraat voor het enzym door het verminderen van de intake van voorlopers hiervan. Patiënten krijgen een eiwitbeperkt dieet en medicijnen (carnitine en metronidazol). Een deel van de patiënten is gevoelig voor behandeling met vitamine B12.
Vroege tekenen van ontregeling kunnen subtiel zijn: lethargie, verminderde eetlust of een verergering van bestaande neurologische problemen. Soms geven patiënten of verzorgers aan dat “iets niet klopt”.
Pathofysiologie van een acute ontregeling/aanval
Uitlokkende factoren die kunnen leiden tot een acute ontregeling en/of ernstige complicaties zijn infecties (m.n. gastrointestinaal), vasten of obstipatie. De oorzaak is echter lang niet altijd duidelijk.
De catabole stress die ontstaat in bovengenoemde situaties leidt tot een toename van methylmalonzuur met als gevolg high anion gap metabole acidose met hoog lactaat en later in de ontregeling ook een hoog ammoniak. De glucoseconcentratie is vaak normaal en in zeldzame gevallen laag. Acidose is het gevolg van ophoping van methylmalonzuur en de voorloper propionyl CoA en de productie van ketonen. Propionyl CoA is toxisch en remt onder meer de citroenzuurcylcus, ademhalingsketen en de ureumcyclus.
Symptomen bij een acute ontregeling/aanval
- lethargie
- verminderde eetlust
- verergering van bestaande neurologische problemen (bijvoorbeeld bewegingsstoornissen)
- prikkelbaarheid
- verminderd bewustzijn
- misselijkheid en braken
Een acute ontregeling kan leiden tot metabole acidose en hyperammoniemie . De hyperammoniemie ontstaat door verminderde NAG productie veroorzaakt door het teveel aan propionylCoA. NAG is noodzakelijk om de ureum cyclus te activeren. Carbaglu (een NAGS enhancer) kan dus helpen om de hyperammoniemie te bestrijden.
Download het bovenstaande protocol als PDF.